Eerste kamer stemt in met versterking profijtbeginsel bij de waterschapsheffing

Dinsdag vond in de Eerste Kamer de stemming plaats over de versterking van het profijtbeginsel bij de Waterschapsheffing en de motie van de BBB die opriep om de waterschappen meer tijd te geven om de verplichte tariefdifferentiatie in te voeren.

Voorafgaand aan de stemming over beide voorstellen gaf Andrea van Langen namens de BBB de volgende stemverklaring: “De fractie van de BBB zou graag de waterschappen meer tijd geven voor de invoering van de verplichte tariefdifferentiatie, dit omdat er wel meer administratie maar geen geld bijkomt. Wij vinden sowieso dat het voor de samenwerking tussen verschillende overheden beter is om elkaar geen verplichtingen op te leggen. Wij zullen desondanks voor de wet stemmen omdat we blij zijn met de toezegging over blijvend grasland en omdat de meerderheid van de waterschappen vertrouwen heeft in de voorgestelde versterking van het profijtbeginsel bij de waterschappen. “

Voor de wet stemden alle partijen behalve PVV en FvD. Voor de motie stemden BBB en FvD de andere partijen tegen, waardoor de motie werd verworpen. Dat betekent dat alle waterschappen verplicht worden vanaf volgend jaar verschil te maken tussen de tarieven voor burgers, boeren en bedrijven. In het debat voorafgaand aan de stemming heeft BBB wel de toezegging gekregen dat de gevolgen van de wet gemonitord gaan worden en er na 4 jaar een evaluatie komt. Ook mag agrarisch natuurbeheer en blijvend grasland door het waterschap als natuur beschouwd worden. De motie die BBB hiervoor had klaarliggen kon daardoor in de tas blijven. Namens de BBB zullen Wim Jaspers en Andrea van Langen de ontwikkelingen bij de waterschappen in de verschillende regio’s op de voet blijven volgen.