DE STEM VAN EN VOOR HET PLATTELAND
DE STEM VAN EN VOOR HET PLATTELAND
BBB-fractie Waterschap Brabantse Delta vraagt verduidelijking over kwijtschelding waterschapsbelasting
Gepubliceerd op: 04-11-2024
Uit berichtgeving in de media blijkt dat er waterschappen zijn die behoorlijke financiële hinder ondervinden vanwege niet invorderbare en kwijtgescholden waterschapsbelasting bij ingezetenen. Om die reden stelde de BBB-fractie van Waterschap Brabantse Delta op 5 oktober hier een aantal vragen over aan het dagelijks bestuur. De BBB-fractie was benieuwd naar de situatie bij de Brabantse Delta en de ontwikkelingen die daar te zien zijn.
Uit bevestigde berichtgeving blijkt dat huishoudens en kleine ondernemers met een inkomen onder een bepaalde grens in aanmerking komen voor kwijtschelding van de waterschapsbelasting. Dit betekent dat de belastingaanslag geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden wordt, zodat zij niet in nog grotere financiële problemen komen. Als iemand ondanks betalingsverzoeken niet in staat blijkt te zijn om te betalen, kan de aanslag uiteindelijk oninbaar zijn.
Het waterschap moet bij het opstellen van de begroting al rekening houden met de mogelijkheid dat een deel van de belastingopbrengst door kwijtschelding of oninbaarheid niet geïnd wordt. Dit betekent dat andere belastingbetalers dit verlies moeten opvangen. In 2022, 2023 en 2024 werd er bij Brabantse Delta respectievelijk €4,25, €4,6 en €4,64 miljoen aan waterschapsbelastingen kwijtgescholden of oninbaar verklaard. Dit komt neer op ongeveer 2,8% van de totale belastingopbrengst van het waterschap, wat vergelijkbaar is met het landelijk gemiddelde.
Peter Stehouwer, BBB-fractievoorzitter van Waterschap Brabantse Delta, geeft aan “We hebben in Nederland met z’n allen een stelsel gecreëerd waarbij belastingheffende overheden -het Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten- in min of meerdere mate en met een eigen invulling een vorm van inkomenspolitiek bedrijven. Neem bijvoorbeeld de energietoeslag(en) of bij belastingheffingen op grond van WOZ-waarde, deze zijn niet gerelateerd aan het daadwerkelijk ge- of verbruik, zoals bij gas en elektra. Het ‘voorrecht’ tot het voeren van inkomenspolitiek moet volgens ons voorbehouden zijn aan alleen het Rijk en is niet een taak die tot een waterschap behoort.”
De ‘schade’ bij Brabantse Delta valt gelukkig mee, er is geen heel heel zorgelijke ontwikkeling en met 2,8% van de begroting blijft het onder het landelijk gemiddelde. “Neemt niet weg dat een deel van de ingezetenen ten gevolge van die kwijtscheldingen een hogere rekening krijgt en dus opdraait voor de kosten die anderen zouden moeten betalen. Het geld is tenslotte nodig om vereiste taken uit te kunnen voeren en moet er dus wel komen. Vergeet niet, een waterschap moet de eigen broek ophouden en kan niet terugvallen op een rijksbijdrage”, alsdus Stehouwer.
Hij voegt hier aan toe: “Mocht dat een politieke wens zijn, laat Den Haag er dan voor zorgen dat inkomens genivelleerd worden, dat iedereen de normale kosten van levensonderhoud kan betalen, waaronder energie en water. Zo zou het waterschap zich alleen bezig hoeven houden met haar (kern)taken en geen politiek getinte inkomensbesluiten moeten hoeven nemen. Dat het mag dan wel kan, wil nog niet zeggen dat het moet en of het wenselijk is.”
DB-reactie op de schriftelijke vragen van de fractie BBB ‘Waterschapsbelasting’ lees je op deze pagina.