Kamervragen EU regelgeving tattoëerders

Door nieuwe regelgeving vanuit de Europese Unie, de zogeheten REACH- verordening, mogen verschillende soorten tattoo-inkt niet meer gebruikt worden.  Sommige inkt bevat namelijk chemicaliën die door deze verordening sinds dinsdag 4 januari verboden zijn. Producenten werken aan alternatieven, maar onderzoek naar de veiligheid is nog gering. Door COVID-maatregelen zitten veel ondernemers al in onzekerheid en daar komen deze regels bovenop.

De meeste discussie is over de blauwe en groene pigmenten. Deze zijn cruciaal voor de tattoo-industrie, maar wetenschappelijk bewijs dat ze schadelijk zijn is erg beperkt. Nu moeten tattoo-fabrikanten op zoek naar alternatieven. Sebastaan van der Bent, dermatoloog bij de Tattoo poli van ’t Alrijne Ziekenhuis in Leiden zegt dat deze alternatieven mogelijk nog schadelijker zijn.

Fractievoorzitter Caroline van der Plas heeft onderstaande Kamervragen ingediend.

1. Bent u bekend met het item ‘Vanaf 2022 geen groene en rode tattoos meer mogelijk: ‘Het is nog maar de vraag of het er veiliger op wordt’’ van NPO Radio 1?
2. Is er door de minister in Europees verband op aangedrongen dat een dergelijke verordening gestoeld moet zijn op sluitend wetenschappelijk bewijs van de schadelijkheid van alle nu verboden stoffen? Vind de minister de kennis die daar momenteel over bekend is voldoende?
3. Klopt het dat er vanwege de nieuwe regelgeving bepaalde kleuren niet beschikbaar worden voor consumenten? Is de minister bereid om een uitzondering te maken voor het afmaken van tattoo’s waaraan reeds voor het invoeren van de regelgeving begonnen is met de oude inkt?
4. Zijn de alternatieve stoffen gebruikt voor de nieuwe inkt veiliger dan de oude stoffen? Waaruit blijkt dat?
5. Klopt het dat fabrikanten in relatief minder zorgvuldigheid de nieuwe tattoo inkt hebben moeten ontwikkelen? Is er voldoende onderzoek gedaan naar de veiligheid van deze inkt op de langere termijn?
6. Kunt u garanderen dat consumenten niet praktisch gezien in de proeffase van deze nieuwe stoffen belanden door de REACH Verordening (1907/2006/EG)?
7. Is de minister op de hoogte dat een combinatie van de covid-maatregelen [oplopende werkdruk na lockdown] en de REACH verordening voor veel stress zorgt onder de tattooshops? En dat dit kan leiden tot sneller en minder secuur werken?
8. Begrijpt de minister dat stabiele bedrijfsvoering bemoeilijkt wordt door het feit dat veel tattoo-artiesten ZZP’er zijn en daarom weinig steun kunnen verwachten, terwijl ze ondertussen grote investeringen moeten doen in hun winkels om aan wetgeving te voldoen?
9. Is de minister net als de BBB bang dat al deze factoren het risico creëren dat tatoeëren in het zwarte circuit toeneemt? Hoort u geluiden uit de sector dat tattoo artiesten overwegen zwart te gaan werken?
10. Is de minister het met de BBB eens dat de huidige samenwerking tussen overheid en tattoobranche heeft gezorgd voor meer professionalisering en meer veiligheid? Kunt u zich inzetten om deze relatie goed te houden en een toename van het tatoeëren in de ‘underground’ te voorkomen?
11. Is de minister bereid om het handhaven van REACH Verordening (1907/2006/EG) met zes maanden uit te stellen teneinde ruimte te geven voor meer onderzoek naar de nieuwe alternatieve inkten, het afmaken van reeds begonnen tatoeages met de oude inkten en om tattooshops de nodige ademruimte te verschaffen?
12. Bent u bereid tot een overleg met experts van de tattoo poli in het Alrijne Ziekenhuis te Leiden over de veiligheid van de nieuwe stoffen en de handhaving van de REACH Verordening (1907/2006/EG)?