DE STEM VAN EN VOOR HET PLATTELAND
DE STEM VAN EN VOOR HET PLATTELAND
‘Die vroegere zuilen worden echt gemist’
Gepubliceerd op: 17-01-2023
Op de vijfde etage van het tijdelijke gebouw van de Tweede Kamer stelt Alexander Hendriks (26) de verslaggever voor aan Caroline (uit te spreken op z’n Engels) die Argus hartelijk begroet. Het is vroeg in de ochtend, maar de fractie van BBB (acht medewerkers plus parlementariër Caroline van der Plas) is al bedrijvig in de weer. Hendriks verontschuldigt een collega die aan ons gesprek zou deelnemen, maar deze week 250 in plaats van de gebruikelijke 100 moties te verstouwen heeft. Leuzen aan de wand prijzen ‘BoerBurgerBinnenhof’ en het ‘boerenverstand’ aan.
Aan dezelfde gang zetelen de fracties van het CDA (affiche van Jan Peter Balkenende bij de deur) en Volt, alsmede de eenmansfractie Nilüfer Gündoğan, voorheen Volt, die van plaats wisselde met Pieter Omzigt, zodat beiden veelvuldige confrontaties met hun vroegere partij vermijden.
“In een uurtje was het beklonken en ik dacht: ik ben jong, vol energie, en dit is een mooie kans om iets te doen met mijn idealen en waar ik in geloof.”
Hendriks ‘houdt van geschiedenis en wil nog altijd opgeleid worden tot militair’, maar hij studeerde journalistiek en werkte op de economieredactie van het Algemeen Dagblad, toen hij bedacht: “Ik kan beter nog wat verder studeren en biertjes drinken.” Te Leiden afgestudeerd in rechten en economie, ‘een soort anderhalve studie’, kreeg hij ‘een tip dat Caroline iemand nodig had die van Europees en staatsrecht afweet’. Hij meldde zich. “In een uurtje was het beklonken en ik dacht: ik ben jong, vol energie, en dit is een mooie kans om iets te doen met mijn idealen en waar ik in geloof.”
En, lukt dat? “Twee weken geleden ben ik voor de behandeling van de begroting voor Justitie en Veiligheid heel diep in de papieren gedoken om na te gaan hoe de financiële middelen voor de politie over de Nederlandse regio’s verdeeld worden. Je leert snel; vorig jaar moesten we nog nazoeken wat een begroting precies inhoudt. Maar nu stuitte ik op een model uit 2008 waaruit bleek dat door politieke keuzes constant meer geld voor justitie en veiligheid naar stedelijke gebieden gaat dan naar het platteland. Daar hebben we een verhaal voor Caroline van gemaakt van acht minuten, en dat heeft impact, want de motie die zij indiende voor een herijking van dat systeem is breed aangenomen.”
Het sluit naadloos aan bij zijn motivatie: opkomen voor het land en de mensen buiten de Randstad, tegen ‘de vanzelfsprekendheid waarmee in de verdeling van geld het meeste steeds naar de Randstad gaat’. “Je zag het deze week ook bij de behandeling van de meerjarige infrastructuur: alles wordt op een enorme hoop hier in de Randstad gegooid en het Noorden komt er bekaaid af.”
“Mensen op het platteland denken: de overheid legt ons regels op en wil die afdwingen, maar laat ons verder aan ons lot over. Dan is het niet zo gek dat ze weinig vertrouwen in de overheid hebben.”
Hendriks betitelt dit als het Nederlandse ‘institutioneel urbanisme’. “Caroline noemt het minder deftig stadsverheerlijking. Geografisch bekeken is de stad nu de winnaar. De winnaars in het parlement zijn ook de winnaars in de stad, hoogopgeleide stedelingen, en de rest moet blijkbaar al blij zijn dat ze er mogen zijn.” Het is een gevoel dat volgens hem steeds breder leeft. Hij citeert een onderzoek van de Universiteit Groningen: mensen in het noorden worden steeds extremer in hun opvattingen. “Tegen gewelddadige uitwassen moet je optreden, antioverheidsextremisme kan gevaarlijk zijn, maar je moet je afvragen waar dit vandaan komt. Mensen op het platteland denken: de overheid legt ons regels op en wil die afdwingen, maar laat ons verder aan ons lot over. Dan is het niet zo gek dat ze weinig vertrouwen in de overheid hebben.”
Hendriks komt uit Mijdrecht, halverwege Amsterdam en Utrecht, ‘vanuit Hilversum het eerste dorp buiten de Randstad’. In zijn hele jeugd zag hij er televisie- en radioploegen die het platteland eens wilden aandoen en voor het gemak naar Mijdrecht waren gereden. “En pas nog wilde presentatrice Eva Jinek een dagje bij een filiaal van het Kruidvat werken en koos ze daarvoor, jawel, de vestiging aan het Raadhuisplein te Mijdrecht.”
Klassieke CDA-stemmers
Een boerenachtergrond heeft hij slechts vaag, familie van zijn vader had een tuindersbedrijf waar hij als jongen vaak hielp en kikkers ving. Hij is van huis uit katholiek. “We gingen met Kerstmis naar de kerk en soms tussendoor ook, net hoe de wind stond,” maar zijn ouders zijn ‘klassieke CDA-stemmers’. Zijn vader was arbeider in een chemisch bedrijf en is nu manager in een fabriek, zijn moeder bleef thuis voor de kinderen en werkt nu in de auditing (bedrijfscontrole).
Hendriks was zelf niet lang lid van het CDA en staat ingeschreven bij het ‘slimmemensenklasje’ – “Wordt het echt zo genoemd?” – voor campagnevoerders van de BKB Academie. Naar zijn idee gaf hem bij de aanmelding ‘een streepje voor dat ik niet links ben: ze willen graag diverser zijn dan vroeger als PvdA-bolwerk’.
Christendemocratie zonder het kruis
Geïnterviewd door oud- GroenLinks-parlementariër Zihni Özdil (nog op YouTube te zien) koppelde hij het verzet tegen het ‘urbanisme’ aan het vroegere Nederlandse confessionalisme. “Het christendom verdwijnt buiten de biblebelt ook op het platteland vrijwel helemaal,” zegt hij nu. “Maar de inhoud ervan blijft men doorgeven: rentmeesterschap, gemeenschap. Het is een christendemocratie zonder het kruis. Nog steeds denk ik dat zo’n vijf miljoen Nederlanders op die manier christelijk geïnspireerd zijn. Dat kan van actuele betekenis zijn als je die waarden op een moderne manier aanspreekt.”
Sterker: Hendriks zegt, terwijl het voor de generatie van de babyboomers nog altijd als een opluchting geldt dat confessionele partijen als KVP, ARP en CHU verdwenen zijn: “Ik denk dat die vroegere zuilen echt gemist worden. Het waren verticale gemeenschappen die verschillende economische klassen verenigden, zodat mensen met een hoger inkomen opkwamen voor de lagere economische klassen binnen hun zuil. Maar nu zijn de zuilen horizontaal geworden: overwegend zitten universitair opgeleiden met hogere inkomens bij elkaar in een zuil met eigen partijen en eigen media. Dan kom je uit bij D66, een zuil van mensen met dezelfde achtergrond van dezelfde universiteiten, die in dezelfde oorden met vakantie gaan en heel weinig uitwisseling hebben met andere maatschappelijke groepen.
Universitair opgeleiden vormen nu één culturele laag. En politiek problematisch is dat die laag ook de politici, beleidsmakers en hogere ambtenaren levert. Vroeger kon je erop vertrouwen dat de elite van jouw zuil ook jouw belang behartigde. Dat gevoel zijn mensen heel erg kwijtgeraakt.”
Noaberschap
Maar inmiddels bestaan de organisatorische netwerken van partij, vakbond, sportclub tot en met de katholieke geitenfokkersvereniging, waarop de zuilen rustten, toch niet meer? “Die zijn vervangen door – Van dat begrip maken wij heel graag gebruik: noaberschap: het idee dat mensen op het platteland voor elkaar klaar staan en elkaar helpen.” Hoe reëel is dat in de uitgestrekte nieuwbouwwijken van plaatsen als Emmen?
“Zo zou volgens ons ook de overheid moeten functioneren: zoveel mogelijk vrijheid aan burgers laten, maar een vangnet scheppen om ze indien nodig te steunen. Wij hebben die christelijke gemeenschapszin herverpakt in noaberschap. Zonder dat er iets christelijks bij hoort.”
“Noaberschap leeft nog in Twente en de Achterhoek, maar heeft voor ons vooral politieke gedaante gekregen: als verwijzing naar die confessionele waarden in een soort van moderne zin,” relativeert Hendriks. “Je geeft elkaar de ruimte om je in je eigen kring te ontplooien, maar als je elkaar nodig hebt, sta je voor elkaar klaar. Zo zou volgens ons ook de overheid moeten functioneren: zoveel mogelijk vrijheid aan burgers laten, maar een vangnet scheppen om ze indien nodig te steunen. Wij hebben die christelijke gemeenschapszin herverpakt in noaberschap. Zonder dat er iets christelijks bij hoort.”
Voorzieningenniveau
Dat hij te laat kwam voor onze afspraak, raakt direct aan een van de hoofdthema’s van BBB: het lage voorzieningenniveau op het platteland. Hendriks waardeert het openbaar vervoer, maar de verbinding tussen Mijdrecht en Den Haag is bepaald gebrekkig. Komt dit niet doordat steeds meer mensen de auto verkiezen? Hij lacht schamper. “Dat vind ik superinteressant: precies de bestuurlijke werkelijkheid van de self fulfilling prophecy: je hebt eerst goed openbaar vervoer met veel klanten, dat maak je het slechter, vervolgens nemen meer mensen de auto en dan zeg jij: kunnen we het dus nog verder afschalen.”
“Als je serieus bent over klimaatverandering en je wilt mensen uit die auto halen, mag het ov ook meer kosten. Dat heeft een positief extern effect van minder drukte op de wegen. Dan is het maar niet winstgevend – de vraag is of dat erg is. Voorheen regelde de overheid zulke voorzieningen, omdat die in de vrije markt nu eenmaal niet rendabel waren. Maar we hebben twaalf jaar Rutte aan de macht en alles moet op basis van de vraag uit de markt rendabel zijn.”
Hij vraagt zich soms wel af of hij geen auto moet kopen. “Dan hoef ik alleen maar op mezelf te vertrouwen.” Maar hij schrikt van de gedachte dat hij dan zelf zou bijdragen aan de uitholling van het openbaar vervoer, waarvan vooral op het platteland zovelen afhankelijk zijn ‘en door de overheid in de steek worden gelaten’.
Hoeveel nieuwe partijen zijn sinds de oorlog al niet als een komeet opgekomen om spoedig in onderling gekrakeel of snelle aftakeling te gronde te gaan? De reeks Boerenpartijen uit de tijd van Koekoek, de wemeling van bejaardenpartijen, de Lijst Pim Fortuyn. Alleen D66 en de PVV bleven, de eerste echter geen schim meer van zijn oorspronkelijke zelf, de tweede geen partij maar een eenmanszaak. En BBB? De partij staat in de peilingen nu op dertien zetels.
Verantwoordelijkheid dragen
“Caroline zegt vaak: ik ben al blij als ik er na de volgende verkiezingen één collega bij krijg, kunnen we al dat werk verdelen,” lacht Hendriks. “Onze algemene ledenvergadering sprak de wens uit dat wij een normale gevestigde partij worden. Als voorbeeld kijken we vaak naar de Partij voor de Dieren, inhoudelijk een grote tegenhanger, maar een goed model van hoe je rustig, gestaag en stabiel een partij opbouwt. Het probleem van al die nieuwe partijen was dat ze snel met tientallen zetels wilden binnenkomen om alles ineens te gaan veranderen. Wij willen echt op langere termijn verantwoordelijkheid dragen, en daar hoort bij dat je samenwerking zoekt en compromissen sluit. Ik hoop dat het nuchtere karakter van het platteland daarbij de doorslag geeft.”
Die algemene ledenvergadering vond plaats op dezelfde locatie waar de partij werd opgericht: gebouw De Schakel te Nijkerk. “Toen waren er 25 mensen aanwezig, nu wel drieof vierhonderd en er moesten nog veel mensen wegens plaatsgebrek worden afgewezen.” Het ledenbestand is weliswaar ‘overwegend van middelbare leeftijd, zoals in de meeste partijen’, maar er is ‘een aardige creatieve jonge achterban’ met een jongerenafdeling in opbouw. Op het platteland, vooral in de Achterhoek en Twente, is het volgens Hendriks voor jongeren ‘best cool en hip’ om BBB te stemmen.
Concurrentie met D66 en PvdA
Uit de laatste peiling van Maurice De Hond bleek BBB zelfs electoraal te concurreren met D66 en PvdA. Hendriks denkt dat dit komt ‘doordat ook onze kiezersgeografie een factor is’. “Je woont in Drenthe en zoekt los van ideologische kaders naar een partij die opkomt voor de publieke voorzieningen en de economie in jouw regio. In de kroeg te Leiden spreek ik hoogopgeleide afgestudeerden met mooie banen die, omdat ze uit Hulst in Zeeuws- Vlaanderen komen, waar hun ouders wonen en waarmee zij een sterke connectie voelen, op BBB stemmen, al past dat niet bij hun sociale klasse.”
Rond mijn eigen dorp hangen die omgekeerde vlaggen ook, maar bij BBB wapperen we er nooit mee en ik zeker niet, als aspirant-militair, maar we begrijpen wel waar die onvrede en onrust vandaan komen. Wij geven de voorkeur aan de boerenzakdoek als een neutraler symbool van trots. Het vervelende is dat boeren die vlaggen omkeren uit oprechte zorgen en intenties, maar dat beroepsboze mensen en activis- ten dat gebaar dan meteen kapen en ermee aan de haal gaan.”
“In onze partijnaam staat de boer voorop als hoeksteen, in economische bedrijvigheid en gemeenschapszin. Er zijn nog 47.000 boerenbedrijven in Nederland en met alles eromheen aan familie en werknemers, ook in ketens van productie en verwerking van rest- producten, vinden 2 à 2,5 miljoen mensen in deze sector hun bestaan. Als je die sector er in Drenthe uit zou rauschen, bleef daar weinig meer over om te leven. Het leven in en rond alle Nederlandse dorpen wordt grotendeels door boeren vormgegeven.”
Door John Jansen van Galen (Argus)