Er is géén “ja maar” bij antisemitisme en Jodenhaat, nooit

“Dit is gewoon Jodenhaat. Ik ben er klaar mee om niet gewoon te benoemen wat we moeten benoemen,” zegt Caroline van der Plas bij Café Kockelmann op NPO2 over de antisemitische geweldsexplosie in Amsterdam. Lees hier haar verdere verklaring.

Elke vorm van geweld moet keihard worden aangepakt, ook het geweld van dat deel van de supporters dat te zien lijkt op de beelden. Wat we nu echter zien en dat baart mij grote zorgen, is dat mensen het accent willen verleggen van de georganiseerde Jodenjacht door Marokkaanse en Noord-Afrikaanse mannen en een deel van de islamitische bevolking, die juichend en joelend, en pro-Hamas leuzen schreeuwend door de straten marcheerden op zoek naar Joden om die in elkaar te slaan.

Als wij werkelijk denken dat de echte oorzaak van het geweld tegen Joden, ligt bij het supportersgeweld van donderdag, dan zijn we als samenleving verloren. Zijn we de beelden vergeten van de opening van het Holocaust-museum waar Joden werden uitgescholden en van de beelden op 7 oktober waar Joden met een Israëlische vlag werden belaagd en mishandeld? Zijn we alle beelden vergeten van bekladde Joodse winkels, van de zwaar beveiligde Joodse scholen? Van Joodse studenten die op universiteiten worden belaagd? Zien we wat er in appgroepen over Joden wordt gezegd? Zien we de beelden van de Marokkaanse en Noord-Afrikaanse mannen waarin regelrechte Jodenhaat wordt verspreid? Het antisemitisme en de lust om Joden in elkaar te slaan en nog erger: te willen doden, zit bij een deel van de bevolking heel diep.

Alles wat daar van afleidt gaat leiden tot nog verdere verergering van de Jodenhaat in Nederland. Elke keer wordt gezegd: ‘Ja maar…”. Laat ik heel duidelijk stellen:

Er is géén “Ja maar” bij antisemitisme en Jodenhaat. Nooit.