Kamervragen over stalbezetting Boxtel

De uitspraak van het gerechtshof waarbij zestig dierenactivisten zijn vrijgesproken voor het binnendringen en bezetten van een varkensstal in Boxtel, is voor BBB onbegrijpelijk. Deze uitspraak laat zien hoe weinig bescherming boeren en hun gezinnen genieten tegen intimidatie en activistische acties die diep ingrijpen in hun persoonlijke levenssfeer. Boeren zijn hardwerkende mensen die dagelijks zorgen voor ons voedsel, maar voelen zich keer op keer in de kou gezet.

Stalbezettingen zijn niet alleen een ernstige inbreuk op het eigendomsrecht, maar vormen ook een direct gevaar voor de dieren, gezinnen en bedrijven. Dat activisten hier zonder noemenswaardige consequenties mee wegkomen, is een klap in het gezicht van onze boeren. BBB vindt dat deze uitspraak een verkeerd signaal afgeeft en roept het kabinet op om nú in actie te komen om boeren en hun gezinnen beter te beschermen.

BBB stelt daarom de volgende vragen aan de minister van Justitie en Veiligheid:

1. Deelt de minister de mening dat stalbezettingen een ernstige bedreiging vormen voor de persoonlijke levenssfeer van boerengezinnen, gezien het feit dat bedrijf en woonhuis vaak op hetzelfde erf zijn gevestigd? Zo ja, welke concrete stappen gaat de minister ondernemen om dit beter te beschermen?
2. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de motie uit 2023 (28 286 Nr. 1312), waarin een ruime Kamermeerderheid het kabinet heeft verzocht om stalbezettingen primair te kwalificeren als huisvredebreuk of inbraak (art. 138 Sr)?
3. Acht de minister, gelet op het recente arrest, het niet noodzakelijk om dit voorstel met de hoogste urgentie in te dienen? Wanneer kunnen wij een concreet voorstel verwachten?
4. Hoe gaat de minister voorkomen dat dergelijke uitspraken een precedent scheppen voor toekomstige acties van dierenactivisten, waardoor boeren zich onveilig blijven voelen op hun eigen erf?
5. Ziet de minister het risico dat deze uitspraak niet alleen boeren, maar ook andere ondernemers kwetsbaar maakt voor activistische acties, zoals het binnendringen en bezetten van bedrijfspanden, zonder dat daar serieuze juridische consequenties aan verbonden zijn? Hoe gaat de minister deze bredere implicaties adresseren?
6. Oud-minister Adema heeft boeren in juni nog opgeroepen altijd aangifte te doen bij stalinsluiping of -bezetting. Hoe kan de minister boeren blijven motiveren om aangifte te doen, als zij zien dat daders vrijwel altijd vrijuit gaan of slechts een lichte boete opgelegd krijgen?
7. Is de minister bereid om stallen en agrarische bedrijven op te nemen in de wetgeving voor huisvredebreuk, zodat ook zonder het forceren van deuren of hekken sprake is van een strafbaar feit? Zo nee, waarom niet?
8. Hoe weegt de minister de grote psychologische en economische impact van stalbezettingen op boeren en hun gezinnen mee in haar beleidsvorming? Welke maatregelen zijn beschikbaar om hen hierin bij te staan?
9. Kan de minister toezeggen dat hij op korte termijn met een duidelijk en afdoende voorstel komt om te voorkomen dat dierenactivisten ongestraft boerenbedrijven kunnen binnendringen en bezetten?
10. Ziet de minister het risico dat deze uitspraak niet alleen boeren, maar ook andere ondernemers kwetsbaar maakt voor activistische acties, zoals het binnendringen en bezetten van bedrijfspanden, zonder dat daar serieuze juridische consequenties aan verbonden zijn? Hoe gaat de minister deze bredere implicaties adresseren?
11. Welke waarborgen kan de minister bieden aan ondernemers in het algemeen, zodat zij beschermd worden tegen acties die hun bedrijfsvoering en persoonlijke veiligheid in gevaar brengen, nu deze uitspraak een precedent lijkt te scheppen voor activisten om ongestraft privéterrein of bedrijfsruimten te betreden?
12. Is de minister bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden gezien de urgentie?

BBB roept het kabinet op om niet langer stil te blijven zitten. Onze boeren verdienen bescherming tegen extremisme en onrecht, en het is de taak van de overheid om hen daarin te ondersteunen. BBB roept dan ook de minister op om zo snel mogelijk aan de slag te gaan met de eerder aangenomen motie.