BBB Fryslân blij met vergunning voor beheer grauwe gans

Op 26 maart 2025 maakte het college bekend dat voor populatiebeheer van de grauwe gans een vergunning is verleend voor de komende 5 jaar. Voor de BBB-fractie is het aanpakken van het ganzenprobleem een prioriteit. Statenlid Jan Porsius licht toe: “Ganzen zijn in Fryslân een plaag die het land kaalvreten, de gewassen en natuur vertrappen en volschijten. Daar moeten we als overheid op ingrijpen.”

De schade door ganzen aan gewassen loopt al jaren in de vele miljoenen. De afgelopen jaren groeit het aantal ganzen dat ook zomers in Fryslân te vinden is explosief. De schade die ze veroorzaken explodeert mee. De verleende vergunning maakt nestbehandeling en afschot van grauwe ganzen die jaarrond in Fryslân verblijven mogelijk. Actief populatiebeheer is volgens de BBB noodzakelijk en zij ziet deze vergunning dan ook als een positieve stap. Jan Porsius: “Positief is dat in deze vergunning geen sprake meer is van een zone van 150 meter rondom Natura2000 waarin niet beheerd mag worden. Wij willen overal in het ganzenbeleid af van die soort zones omdat ze effectieve aanpak van de schade in de weg staan.”

Wat BBB Fryslân betreft zijn er nog wel meer maatregelen mogelijk en nodig om de ganzenpopulatie onder controle te brengen, zoals het vangen van groepen ganzen tijdens de rui, wat ook elders in Nederland gebeurt. Ook de aanpak van ganzen binnen Natura2000 gebieden moet op orde zijn. Porsius: “Bij het vaststellen van het ganzenbeleid is een motie aangenomen die daar specifiek om vraagt, als in natuurgebieden ganzen zich volop blijven voortplanten is het daarbuiten dweilen met de kraan open.”

Vanuit internationale afspraken heeft Nederland de verplichting trekkende ganzen in de winter op te vangen. Daarvoor zijn foerageergebieden waar boeren vrijwillig aan deelnemen en ganzen op hun landerijen laten eten. Maar het aantal ganzen dat alleen al in Fryslân wordt opgevangen overstijgt de doelstellingen die ooit voor heel Nederland zijn vastgesteld Porsius: “We moeten ernaartoe dat hier ‘s winters een beheersbaar aantal ganzen verblijft die in het voorjaar weer vertrekken naar hun natuurlijke broedgebieden in het hoge noorden. Grote groepen ganzen in de zomer horen hier niet thuis.”