DE STEM VAN EN VOOR HET PLATTELAND
DE STEM VAN EN VOOR HET PLATTELAND
Sluiting kinderhartcentrum moet opgeschort worden
Gepubliceerd op: 17-05-2023
De minister moet een pas op de plaats maken en zijn beslissing om een kinderhartcentrum te sluiten opschorten. En zo de tijd te nemen om alsnog met een toekomstbestendig beeld te komen, waarin ook andere vormen van concentratie van hoogcomplexe zorg meegenomen wordt.
BBB heeft kennis genomen van het definitieve besluit van de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport inzake de concentratie van interventies bij aangeboren hartafwijkingen. BBB heeft grote zorgen over de gevolgen van dit besluit en over het proces van totstandkoming van dit besluit. Als dit een blauwdruk moet zijn voor de concentraties van hoogcomplexe zorg die nog moeten volgen, dan belooft dat weinig goeds.
Wat BBB het meest verbaast is dat dit onderwerp al zo’n 30 jaar onderwerp van discussie is, maar dat er in die 30 jaar geen goede schets is gemaakt van op welke wijze het academische zorglandschap ingedeeld zou moeten worden.
BBB denkt dat de minister de plank heeft misgeslagen door de concentratie van de hoogcomplexe hartzorg als een zelfstandig onderdeel te behandelen zonder goed inzicht te hebben op de totale gevolgen voor de academische ziekenhuizen en zonder een beeld te hebben van verdere concentraties die nog gaan volgen. Op deze wijze is er sprake van een versnipperd beleid dat de kwaliteit van de academische ziekenhuizen geen goed zal doen. Waarom negeert de minister de oproep van de Nederlandse ZorgAutoriteit om eerst een schets te maken van de toekomst van het academische zorglandschap en zo te kiezen voor een integrale aanpak?
In de beleving van BBB is er nu sprake van incidentenbeleid, niet van beleid waarin een duidelijke koers wordt gevaren met een bekende bestemming. Hoe gaat de minister de overige concentraties aanpakken? Gaat hij nu wel gevolg geven aan de oproep van de NZA? En zo nee waarom niet?
BBB maakt zich zorgen over de gevolgen van de keuze die nu gemaakt is. Deze zorg betreft dan met name het UMC Utrecht. In het verleden is er voor gekozen om de kinderoncologie te concentreren in Utrecht, in het naastgelegen Prinses Maxima Centrum. In dit ziekenhuis vindt hoogwaardige zorg voor kinderen met kanker plaats. Bij deze kinderen worden ook vaak hartproblemen geconstateerd, al dan niet als gevolg van de behandelingen die ze krijgen. Het gaat hierbij zeker om 60 verrichtingen per jaar die noodzakelijk zijn en vallen onder de hoogcomplexe hartzorg. Het gaat bovenal om acute zorg.
BBB maakt zich dan ook zorgen over hoe dit in de toekomst moet. Hoe ziet de minister dit precies voor zich? Deze kinderen zullen vervoerd moeten worden naar Rotterdam. Het gaat hier om kinderen die al in een langdurig ziekteproces zitten. Is dit een overweging geweest bij de definitieve keuze? En welke
waarde heeft de minister daar dan aan gegeven? Zou de stapeling van ziektes en aandoeningen en
de gevolgen van het besluit van de minister voor deze kinderen en hun ouders niet van een groter
belang moeten zijn?
BBB wil graag weten hoe de transitieperiode er precies uit gaat zien? Hoe draagt de minister zorg voor de personele consequenties? Draait de minister simpelweg de geldkraan dicht? Het gaat hier om personeel dat zeer gespecialiseerd is en hoogwaardige zorg verleent.
Verwacht de minister dat dit personeel van het ene ziekenhuis overstapt naar het andere? Wordt dit
begeleid? Hoe gaat de minister om met het feit dat door de manier waarop dit proces is verlopen er
ernstige verstoringen in de onderlinge verhoudingen tussen ziekenhuizen zijn ontstaan? Erkent de
minister dat juist goede verhoudingen nodig zijn om deze transitie goed te laten verlopen?
BBB heeft ook wat vragen over de zogenaamde mitigerende maatregelen (maatregelen die de negatieve effecten moeten verminderen). De minister stelt dat de effecten op de aanpalende zorg voor kinderen met kanker in Utrecht op te lossen zijn met mitigerende maatregelen. Het Prinses Máxima Centrum denkt daar anders over en stelt dat de acute zorg voor hun patiënten niet met mitigerende maatregelen is op te lossen. Welke mitigerende maatregelen ziet de minister wel, die het PMC niet ziet, voor acute interventies die niet gepland kunnen worden? Bovendien zijn de effecten op de aanpalende zorg voor het UMC , WKZ en PMC niet in beeld gebracht, is de minister voornemens dit alsnog te doen?
BBB maakt zich grote zorgen over de volgende tekst uit de zienswijze van het PMC: “Het vertrek van het Kinderhartteam uit het WKZ leidt in een aantal gevallen tot levensbedreigende situaties voor kinderen met kanker, hetgeen het PMC onvoldoende door samenwerking met een ander centrum kan opvangen”. Heeft de minister dit risico in beeld gebracht?
En is de minister het met BBB eens dat dit soort risico’s niet acceptabel zijn?
BBB vreest dat door het verlies van het Kinderhartteam uit Utrecht de succesvolle nationale concentratie van de zorg voor kinderen met kanker voor een belangrijk deel teniet wordt gedaan. De ene concentratie brengt de voordelen van de andere concentratie teniet, dat kan nooit de bedoeling zijn en is precies de reden waarom er eerst een toekomstschets voor het totale academische zorglandschap moet komen.
BBB staat dan ook op het standpunt dat de minister een pas op de plaats moet maken en zijn beslissing op moet schorten en zo de tijd te nemen om alsnog met een toekomstbestendig beeld te komen, waarin ook andere vormen van concentratie van hoogcomplexe zorg meegenomen wordt. Ook hier moeten de gevolgen voor aanpalende zorg goed in beeld zijn gebracht en meegewogen worden in de beslissing.
Uiteraard zal dit betekenen dat er geschoven wordt met zorg, maar als dit leidt tot een gedragen
uitkomst met voldoende toekomstperspectief voor alle academische ziekenhuizen dan hebben alle
academische ziekenhuizen daar baat bij. Ook wordt dan voorkomen dat we voor elke vorm van
hoogcomplexe zorg die geconcentreerd gaat worden ditzelfde traject door moeten lopen. Een traject
wat vooral verliezers kent en dat zijn niet in de laatste plaats de patiënten.