BBB wil opheldering over verhogen gaswinning

“Het kabinet moet de te verwachten gaswinning uit het Groningenveld voor het lopende gasjaar naar boven bijstellen. Aan het begin van het gasjaar was de verwachting dat de NAM 3,9 miljard kuub zou winnen. Volgens berekeningen van netbeheerder GTS kan de winning in dit gasjaar uiteindelijk uitkomen op maximaal 7,6 miljard kuub bij gemiddelde temperaturen. Voor 1 april bepaalt het kabinet hoeveel gas er definitief dit gasjaar uit het Groningenveld moet komen.” Dat meldden de minister van Economische Zaken en Klimaat en Klimaat en de staatssecretaris Mijnbouw.

De gaskraan in Groningen gaat wat het demissionaire kabinet betreft zo snel mogelijk helemaal dicht. Dat was de belofte die het Kabinet in September 2021 deed. De gaskraan zou geleidelijk dichtgedraaid worden, met 2022 als laatste jaar van de gaswinning. Nu, januari 2022, blijkt dat de gaskraan verder open wordt gedraaid en de inwoners in Groningen weer in onzekerheid komen te zitten.

Schriftelijke vragen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris Mijnbouw naar aanleiding van de brief aan de Tweede Kamer van 6 januari 2022 met de titel “Mogelijke verhoging gaswinning Groningenveld gasjaar 2021-2022”

15. Vind u ook dat extra gaswinning niet gestart kan worden op grond van late oplevering van genoemde stikstoffabriek zolang hiervoor geen nieuwe procedure gestart en afgerond is welke betrokkenen de kans biedt om bezwaar en beroep te kunnen indienen vóórafgaande aan enige extra gaswinning aangezien het onder de gegeven omstandigheden niet aanvaardbaar is om gas te winnen alvorens voorlopige voorzienings- bezwaar en beroep procedures zijn afgerond?
16. Bent u het eens met de onderbouwing van het eerder genomen besluit tot stillegging van de gaswinning, ‘Wijziging van de Gaswet en van de Mijnbouwwet over het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld’, dat verdere winning onverantwoordelijke risico’s met zich mee brengt en dus niet mogelijk is omdat de gaswinning nu juist stilgelegd werd in verband met onaanvaardbare maatschappelijke risico’s.
17. Hoe verhoudt dit besluit zich met het voorzorgsbeginsel, het beginsel van gelijkheid voor publieke lasten en de beginselen van behoorlijk bestuur nu blijkt dat beleid is aangekondigd als noodzakelijk (d.w.z. stillegging gaswinning) terwijl er in de praktijk allerlei belemmeringen blijken te zijn, waarvan in het FD wordt gesteld dat ze zeer langdurig zijn? Citaat[1]
18. Hoe verhoudt het gestelde onder 3. zich met de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens nu de Staat reeds besloten heeft dat de gaswinning dient te worden stilgelegd terwijl er nu belemmeringen blijken te zijn?
19. Welke middelen staan de Staat ten dienste om met een beroep op noodtoestand of andere daaraan verwante maatregelen de gasleverantie aan buitenlandse partijen te beëindigen?
20. Gezien de ernst van deze situatie zal ongetwijfeld in de afgelopen jaren advies gevraagd zijn aan de afdeling Juridische Zaken van uw Ministerie en aan de landsadvocaat of een andere gerenommeerde advocaat, wilt u deze adviezen overleggen?
21. Bent u het met ons eens dat uit niets blijkt en dat ook van de kant van uw Ministerie tot op heden niet beweerd is dat de onvoorziene omstandigheden zoals genoemd in artikel 4 van het Vaststellingsbesluit onder lid a (transportbeperkingen), b (technische mankementen aan de installaties van Gasunie Transport Services B.V) dan wel c (onvoorziene ontwikkelingen in de samenstelling van het hoogcalorisch gas) van het Vaststellingsbesluit september 2021 met kenmerk DGK1-PDG/21207065 van toepassing zijn zodat dit artikel ook geen grond is waarop extra gewonnen mag worden
22. Bent u het met ons eens dat nu het KNMI spreekt van een warme winter[1] dat u alleen al op basis hiervan de minimale door u genoemde hoeveelheid van 3.9 miljard kuub niet eens mag winnen, omdat de deze hoeveelheid gebaseerd is op een normale winter? Tot op heden leidt de formule genoemd in artikel 2 van het vaststellingsbesluit tot een veel lagere toegestane gaswinning dan 3,9 miljard kuub en kunt u ons op basis daarvan voorrekenen welke gaswinning is toegestaan gezien het aantal graaddagen tot op heden?
23. Volgt uit 7 en 8 hierboven niet noodzakelijkerwijs dat extra gaswinning juridisch niet mogelijk is
24. Hoe is het mogelijk dat de afspraken over export/levering aan het buitenland in conflict zijn met uw besluit tot beëindiging van de gaswinning en hier in het vaststellingsbesluit ook niet in is voorzien en slechts als randopmerkingen zijn vermeld?
25. Bent u het met ons eens dat alle adviezen die ten grondslag liggen aan het vaststellingsbesluit niet meer relevant zijn omdat die uitgingen van een geheel ander uitgangspunt (namelijk stillegging van de gaswinning) en gaat u daarom nieuwe adviezen aanvragen?
26. Heeft u na het besluit tot beëindiging van de gaswinning de contracten met de hierbij relevante afnemende landen/klanten beëindigd en zo nee waarom niet?
27. Hoe ziet u de beëindiging van deze contracten?
28. Zo ja, tegen welke compensatie heeft u de leverafspraken met de afnemers beëindigd en wilt u de bijbehorende documenten allen per ommegaande aan de Tweede Kamer doen toekomen?
29. Wilt u ons ook alle correspondentie met afnemers over beëindiging van de leveranties willen toesturen, ook in gevallen waar de correspondentie tot op heden niet tot daadwerkelijke beëindiging heeft geleid?
30. Waarom komen deze met uw beleid conflicterende export-/leveringsafspraken nu pas als concreet probleem op tafel en hoe gaat u dit oplossen?

[1] https://www.knmi.nl/over-het-knmi/nieuws/warme-winterweken

Citaat[1] ‘’Nederland heeft nog zeker tot 2030 langlopende contracten met Duitsland, Frankrijk en België voor levering van gas, terwijl Groningers hopen dat hun gasveld in 2023 dichtgaat.